Volgens sommigen gaat het te traag, voor anderen veel te snel. Op het moment dat de gemoederen omtrent het klimaat verhit geraken, houdt de N-VA het hoofd koel. We zetten bakens uit, zoals we dat steeds doen. Wanneer N-VA in 2017 betaalbaarheid, duurzaamheid en zekerheid van onze energiemix op tafel legden stonden we zowat alleen. Vandaag is het de kern van zowat elk energieprogramma.

Het ecorealisme is ons antwoord op de ingrijpende klimaatuitdagingen. Het is een oproep om vooral rationaliteit — met wetenschap en cijfers — in het debat te brengen en de dialoog zonder taboes aan te gaan. Met holle slogans en veel goede bedoelingen bewijzen we het klimaat geen dienst.

Ecorealisme

De klimaatverandering is een feit. Het zijn de mensen die er de gevolgen van dragen, en het zijn ook de mensen die het kunnen en moeten oplossen. Ook wij zijn bekommerd om de planeet en het milieu. Wij willen onze kinderen dezelfde kansen en levenskwaliteit geven. Daarom moeten we de uitstoot van broeikasgassen beperken. Hiervoor moet de politiek keuzes maken en die uitleggen om draagvlak te creëren.

Er is bovendien meer nodig dan grondige reflectie over onze elektriciteitsproductie. Een oplossing vergt ook een omwenteling. Zowel voor het gebruik van grondstoffen, het verbruik van energie, het omgaan met ruimte, landbouw en biodiversiteit, het consumptie- en voedingspatroon, de economische vooruitgang, het respecteren van de bossen, de kernversterking en verdichting rond vervoersassen, de mobiliteit en transport, … Dat moet zich vertalen in concrete, becijferde, maar altijd realistische maatregelen in plaats van de lippendienst waartoe zoveel partijen zich lijken te beperken.

Ecorealisme staat voor de wisselwerking en complementariteit tussen vrije markt en ecologie. We beantwoorden de klimaatuitdagingen niet vanuit sentiment, maar vanuit de ratio en wetenschap, onderbouwd en gebaseerd op de principes van duurzaamheid en betaalbaarheid. We roepen niet — zoals sommigen — ‘weg met het kapitalisme!’ — en overstijgen de valse tegenstelling tussen economie en ecologie. Innovatie, ook ecologische innovatie, hoort essentieel bij ons economisch systeem en we hebben de meerwaarde en opbrengsten nodig om bepaalde maatregelen te betalen.

Ecorealisme wordt onterecht in het hoekje gedrumd van de klimaatontkenners en is allerminst een alibi om bij de pakken te blijven zitten en te geloven dat het zichzelf wel zal oplossen. Niets is minder waar.

Ambitieuze doelstellingen

Zowel in Vlaanderen als internationaal merken we een opbod bij het vastleggen van de doelstellingen op de lange termijn. We willen altijd maar verder en beter. In een vlaag van — misschien positief bedoeld — enthousiasme, maar ook van pensée unique en zonder de nodige becijfering of zelfkritiek.

Is het geloofwaardig om de doelstellingen tegen 2050 te verhogen als we er zelfs niet in slagen om deze tegen 2020 waar te maken? Hoeveel van de politici die nu het beleid en de doelstellingen bepalen zullen zich in 2050 moeten verantwoorden voor het feit dat deze niet worden gehaald? Als we ondoordacht te werk gaan, gaat dit ten koste van de burgers en de economie.

Voor het klimaat kunnen we niet ambitieus genoeg zijn. Wij geloven ook in ambitieuze doelstellingen die tot actie aanzetten. Maar met onhaalbare doelstellingen koop je niets. Een plan zonder doelstelling is nutteloos, een doelstelling zonder plan eveneens. Ambities op de lange termijn moeten gebaseerd zijn op feiten en cijfers. Doelstellingen moeten met andere woorden realistisch, haalbaar en betaalbaar zijn. Vandaar is het belangrijk dat deze steeds onderbouwd worden met een impactanalyse. Wat is het effect voor het klimaat, de mens en de maatschappij? Wat is de financiële impact? Tenslotte moet er steeds een opstap zijn met tussentijdse doelen die op geregelde tijdstippen worden geëvalueerd. De overheid moet realistische doelstellingen bepalen met een duidelijke impactanalyse. Pas dan werk je aan een draagvlak.

En als we willen evolueren naar een koolstofvrije samenleving, moeten we ons gedrag aanpassen. Zowel de overheid, de ondernemingen en de burgers dragen daarvoor verantwoordelijkheid.

Geen taboes

Wij gaan het debat aan, zonder taboes en onderbouwd met feiten en cijfers. We stellen vast dat wie de optie voor kernenergie vandaag niet uitsluit bij voorbaat verdacht is en verketterd wordt. Wie opties uitsluit, beperkt zichzelf voor de toekomstige keuzes. Nucleaire energie is klimaatneutraal en daarmee ook een deel van de oplossing. Tal van rapporten (incl EC, IEA, IPCC) beklemtonen immers de toekomstige rol en het belang van kernenergie in Europa.

Het gaat natuurlijk nooit alleen over kernenergie. De energietransitie focust eveneens op een duurzame energiemix met batterij-opslag, flexibele markten, zonnedelen, energie-entiteiten, hervorming van de energieprestaties van gebouwen digitale meter, … en energiebesparing. Initiatieven waarin wij in het parlement vaak het voortouw hebben genomen.

Wie de kernuitstap tegen 2025 doorzet, weet dat we dan meer afhankelijk worden van fossiele energie. De wind waait niet altijd en de zon schijnt niet steeds. We kunnen dit opvangen door de bouw van extra gascentrales, maar deze verhogen de CO2-uitstoot en zijn evenmin rendabel zonder overheidssteun. Terwijl andere landen de CO2-uitstoot willen belasten, gaan wij het dan subsidiëren?

Innovatie

Het debat over kernenergie gaat zowel over de huidige kerncentrales, als over de toekomst na 2035. Om de energiebevoorrading te garanderen zijn wij voorstander om de 2 meest recente kerncentrales (Doel 4 en Tihange 3) na 2025 minstens 10 jaar langer open te laten.

Wat doen we na 2035? Laten we vooral alle opties openhouden. Ontwikkeling en innovatie gaan snel. We kunnen nu nog niet voorspellen wat de mogelijkheden dan zijn. We zijn optimistisch over de vooruitgang en vertrouwen op innovatie en ontwikkeling. Technieken zullen verbeteren, performanter en efficiënter worden. Denken we maar aan betere batterij-opslag, efficiëntere zonnepanelen, betere isolatie, efficiëntere verlichting,…

Maar technologische ontwikkeling en innovatie komen niet uit de lucht vallen. Vlaanderen moet vooral nog meer investeren in de klimaatomslag en in kennis rond bv smart grids, circulaire economie, koolstofcaptatie, synthetische brandstoffen, innovatie voor performantere technieken, …

We moeten optimaal gebruik maken van ons innovatiepotentieel. Want de oplossing van het klimaatprobleem zal in de eerste plaats komen van meer kennis en betere technologie en innovatie.

De N-VA zal dan ook niet toelaten dat pseudogroene dogma’s ervoor zorgen dat de verstandige en onderbouwde maatregelen waar het klimaatbeleid naar snakt in de kast blijven zitten. Ecorealisme is er niet om woordendienst te leveren, ecorealisme is er om te zorgen dat er daadwerkelijk iets gebeurt.

Onderwerpen