"In dit land mogen recreatieve drones maximaal één kilo wegen en tot tien meter hoog vliegen boven privéterrein. Dat is zowat de strengste regelgeving in Europa. En toch wijzen de cijfers uit dat van alle verkochte drones er bij ons slechts 0,9 procent professioneel wordt gebruikt", stelt Wollants vast. “Dat lijkt me nu toch wel erg moeilijk om te geloven."
Voor Wollants leidt de te strenge regelgeving nu tot een hele sector van drones die in het zwart vliegen. "Wie vandaag dichter dan vijftig meter bij gebouwen of obstakels wil vliegen voor bijvoorbeeld inspecties, valt in de hoogste klasse en moet elke vlucht melden. Met 1165 meldingen en 192 opgeleide piloten heeft iedere piloot gemiddeld slechts zes klasse 1-vluchten op de teller staan. Dan zijn er maar twee opties: ofwel is de sector bijna onbestaande, ofwel zoekt men andere wegen."
Evaluatie niet voor morgen
Voor Wollants mag en moet het Directoraat-generaal Luchtvaart (DGLV) streng zijn in de toepassing van de regels, maar moet er meer ademruimte komen om de sector zich te laten ontwikkelen. Een evaluatie van het drone-KB na één jaar ervaring is dan ook niets te vroeg. Maar dat engagement wil de bevoegde minister François Bellot (MR) niet aangaan. “Blijkbaar rekent hij erop dat de nieuwe Europese regels rond drones het euvel wel vanzelf zullen verhelpen”, besluit Wollants. “Dat is een jammere zaak voor de bedrijven die deze innovatieve sector vorm willen geven.”