Het strenge winterweer van de afgelopen dagen stelde nog maar eens de inzet van het energiebeleid op scherp. Tijdens het voorbije weekend was er amper zon en wind maar toch ging het licht niet uit, stegen de prijzen niet onoverkomelijk en bleef de koolstofintensiteit van onze stroomproductie binnen de perken. Dat is grotendeels te danken aan onze kerncentrales, die het afgelopen weekend goed waren voor ruim de helft van onze totale stroomproductie.
Maar als het van de regering-De Croo afhangt, kunnen we over een viertal jaar niet meer rekenen op deze betrouwbare energiebron. Want terwijl de premier zijn regering uitroept tot 'groenste regering ooit' en de klimaatambities nationaal en internationaal niet hoog genoeg kunnen liggen, blijft de meest impactvolle paarsgroene beleidsdaad op het vlak van klimaat dat tegen 2025 emissievrije en betaalbare kernenergie vervangen wordt door elektriciteit afkomstig uit massaal gesubsidieerde gascentrales, met miljoenen tonnen extra CO2uitstoot tot gevolg.
Internationaal keert het tij op vlak van kernenergie nochtans wel. Denk bijvoorbeeld aan de groene partij in Finland, klimaatactivist Mark Lynas (in zijn boek Zes graden) of de Amerikaanse Democraten. Allen achten ze de realisatie van de klimaatdoelstellingen onmogelijk zonder kernenergie. In Nederland, waar nog echte liberalen aan de macht zijn, stapt de VVD binnenkort zelfs naar de kiezer met het voorstel om drie tot tien nieuwe kerncentrales te bouwen.
Ook ons land zou beter lessen trekken uit het Duitse Energiewende-verhaal, waarbij tegen 2050 niet alleen gestreefd wordt naar quasi volledige klimaatneutraliteit maar tegelijkertijd tegen 2022 ook alle kerncentrales moeten sluiten. De elektriciteitsprijzen voor een gemiddeld gezin of een doorsnee kmo in Duitsland horen daardoor vandaag al bij de hoogste van Europa. De honderden miljarden euro's aan subsidies die de Energiewende mogelijk moeten maken, worden immers met de zogeheten EEG-heffing gefinancierd via de factuur van gezinnen en bedrijven.
Sinds 2010 nam die heffing al met 230 procent toe, en zonder overheidsingrijpen zou ze nog eens 45 procent doorstijgen. Om onrust over de energiefactuur te vermijden, heeft de Duitse regering de heffing ondertussen bevroren en paste men al 11 miljard euro bij uit de algemene middelen (lees: de zak van de Duitse belastingbetaler).
Wat het Duitse verhaal nog pijnlijker maakt, is dat - ondanks die subsidiefactuur van intussen al meer dan 500 miljard euro - de doelstellingen voor emissiereductie vorig jaar enkel behaald konden worden dankzij de coronadip. En nieuwe vooruitgang boeken wordt steeds moeilijker. Zo daalt bijvoorbeeld de jaarlijks bijkomende installatie van windenergie.
Voor een keer zou deze regering beter wél naar Frankrijk kijken als voorbeeld. Franse gezinnen betalen iets meer dan de helft van de Duitse voor hun stroom, terwijl de emissies per capita in Duitsland een veelvoud zijn van die in Frankrijk. De reden: kernenergie. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Macron de geplande Franse nucleaire exit wijselijk tempert. Zijn taalgenoot Justin Trudeau plant in Canada zelfs nieuwe nucleaire capaciteit.
Onze oproep is duidelijk: laten we de historische fout die nu al zichtbaar is in Duitsland hier niet maken. Want zelfs als we de dreigende factuur van minstens 3,5 miljard euro (die waarschijnlijk nog een stuk hoger zal liggen, zoals energiewaakhond CREG dinsdag aangaf) en de nefaste impact op ons klimaat negeren, is het nog maar de vraag hoe realistisch het is om in ons dichtbevolkt en ruimtelijk verrommeld land meerdere nieuwe gascentrales te bouwen.